Peter Eötvös – Halleluja / Alle Vittime Senz Nome (CD Recensie)

Niet alleen Oehms Classics – de gisteren hier besproken opera Tri Sestry – bracht recent werk uit van Peter Eötvös. Ook Wergo besteedt aandacht aan deze zeer interessante componist. Daar verscheen onlangs een zeer riant gevulde Cd met twee vrij recente stukken: ‘Halleluja – Oratorium Balbulum’. door Eötvös zelf gedirigeerd en ‘Alle Vitime Senza Nome’.

‘Halleluja – Oratorium Balbulum’ schreef Eötvös in 2015, in opdracht van de Salzburger Festspiele, het Wiener Konzerthauses en Wien Modern. In 2017 werd het stuk uitgevoerd tijdens het Acht Brücken Festival in Keulen door het WDR Sinfonieorchester samen met het WDR Rundfunkchor en Iris Vermillion, Topi Lehtipuu en Matthias Brandt als solisten. Met die ondertitel, ‘Oratorium Balbulum’, verwijst Eötvös naar Notker Balbulus, de Latijnse naam van een stotterende monnik uit de Abdij van het Zwitsere Sankt Gallen die leefde van 840 tot 912 en die bekend werd als componist. Hij wordt onder andere gezien als de eerste componist van de zogenaamde ‘Sequensen’, beurtzangen na een Bijbellezing. Het oratorium is niet zo zeer een portret van deze monnik als wel “of the times in which we live…At first, the choir represents a society that says ‘hallelujah’ to everything: they have to be satisfied with everything. But they become increasingly critical and defiant.” Dat dit een maatschijkritisch stuk is geworden, hoeft niet te verbazen, het geldt ook voor het andere stuk op dit album en voor meer werk van Eötvös, zoals de opera Der Goldene Drache, waar ik enige tijd terug over schreef.

Notker Balbulus

“Wer sind wir?” zingt het koor, helemaal aan het begin, waarna we Brandt horen als verteller, stotterend: “Ich?…Ich bin kein… Ich bin nicht der… Ich bin…Ich bin der Narrator. Der Narrator bin ich. Der Prosaist. Der Prosamensch.” Dan horen we achtereenvolgens de engel, Vermillion en de profeet, Lehtipuu. Leuk is wat de verteller over de rol van de engel zegt:  “Wir denken uns ihn als Mann, doch sehen zwei Männer nicht gut aus auf der Bühne, also wird der Engel eine Frau..” Dan horen we het koor ineens een paar regels zingen uit dat overbekende  ‘Hallelujah’ van Händels ‘Messiah’! Eötvös bedoelingen worden steeds duidelijker. Dit oratorium, dat hij samen schreef met de in 2016 overleden schrijver Péter Esterházy houdt het midden tussen een commentaar op het genre, een scherts – “Der Prophet ist nicht ausschließlich eine abstrakte Figur, er kann auch ein Lottospieler sein, der jede Woche unfehlbar die richtigen sechs Zahlen sagt”, waarna de profeet de getallen voorleest – en een ode aan de muziek.

Na de uitvoering in Keulen. Foto: Acht Brücken Festiva

Het tweede deel, zo zegt de verteller: “geht es um den Raum, das Verhältnis von Musik, Wort und Stille”, tegelijkertijd speelt hier ook de aanslag op 11 september 2001 een belangrijke rol. En ik denk dat dit het enige werk uit de muziekgeschiedenis is waarin een koor zingt: “Wir sind der Chor. Wir können zusammen singen”. Het derde deel vangt wederom aan met het koor: “WAS wollen wir? Was WOLLEN wir? Was wollen WIR?” Na weer een historisch Hallelujah, dat van Johann Hermann Schein uit 1615 stottert de profeet: “Sch-sch-sch-schwer ist es Halleluja zu singen wenn es kei-kei-keinen Gott gibt”. De profeet vat samen: “Europa herrscht schon lange nicht mehr über die Welt. Der Europäer ist endgültig vulgär geworden.” “Der vierte Satz”, zo kondigt de verteller aan “spricht vom Schweigen”. Als het koor vraagt “Worüber schweigen wir?”, luidt het antwoord “Über die Angst. Über die Zukunftslosigkeit”, waarna hij de huidige tijd prachtig kenschetst. Dan gaat de verteller ineens terug naar die elfde september. De vrouw van een regeringswoordvoerder zit in het vliegtuig dat het WTC nadert, ze bestelt een tomatensap, het koor antwoord: “Ihr Tomatensaft bitte sehr. Salz und Pfeffer”. Het stuk is ten einde.

Over ‘Alle Vitime Senza Nomine’ schreef ik reeds uitgebreid aan de hand van de Nederlandse première door het Koninklijk Concertgebouworkest, onder leiding van Eötvös zelf. Op dit album horen we dit dynamische stuk in een prachtige uitvoering door het Orchestra dell’Accademia Naziolnale di Santa Cecilia, onder leiding van Antonio Pappano.

Beluister hier het vierde deel uit ‘Halleluja’ en het eerste deel uit ‘Alle Vittime Senza Nome’: