Anna Gourari – Elusive Affinity (CD Recensie)

Hoe stel je als musicus een goed programma samen voor een album? Welke stukken van welke componisten combineer je met elkaar? Persoonlijke affiniteit zal een rol spelen, de mate waarin je het stuk in de vingers hebt eveneens, verder zal de platenmaatschappij er ongetwijfeld iets van vinden en houdt je wellicht ook nog rekening met een mogelijk publiek. Deze gedachten overvielen me bij een album met solostukken voor piano van de Russische pianiste Anna Gourari. Het verscheen bij ECM Records onder de titel ‘Elusive Affinity’.

Affiniteit speelde dus een rol, één die tegelijkertijd wordt aangeduid als ongrijpbaar. Vandaar wellicht dat we beginnen en eindigen met een kort stukje van Johan Sebastian Bach en dat we verder hedendaagse stukken horen, iets waar ik natuurlijk met name in ben geïnteresseerd, zonder iets aan Bach af te willen doen. Vlak na Bach vangen we aan met de vijf ‘Aforismen’ van wijlen Alfred Schnittke, die hij opdroeg aan Alexander Slobodyanik en Joseph Brodsky. Lastige stukken waarin Schnittke momenten van fragiele intimiteit afwisselt met felle uitbarstingen. Gourari vertolkt deze kleine, poëtische stukken echter met veel gevoel en een onwaarschijnlijke souplesse.

Het tweede redelijk substantiële stuk op het album is ‘Diary – Seven Pieces’ dat Rodion Shchedrin speciaal voor Gourari schreef. Dit stuk valt op door de intensiteit en de ritmische, repetitieve benadering die zorgt voor een sterke spanning, bijvoorbeeld in ‘L’istesso tempo’ en ‘Presto leggiero’. Op andere momenten, bijvoorbeeld in ‘Lento, sempre poco rubato’, zoekt Shchedrin de eenvoud en kruipt de muziek onder de huid. Het totaal beluisterend,  klinken deze zeven stukken inderdaad als persoonlijke ontboezemingen, een dagboek gelijk.

De derde substantiële cyclus is ‘Zwiesprache’ van Wolfgang Rihm, bestaand uit vijf in memoriams. Ook hier overheerst, eigenlijk vanzelfsprekend, het contemplatieve element. De drie hoofdwerken op dit album hebben dus het nodige met elkaar gemeen: allen kennen een grote mate van verstilling, zijn redelijk introvert en naar binnen gekeerd en bezitten een zeer persoonlijk karakter. Twee zeer korte stukjes van Giya Kancheli en ‘Variationen zur Gesundung von Arinuschka’ van Arvo Pärt vormen, samen met die stukjes van Bach, een soort van tegenwicht. Een wat vrolijker noot ter afwisseling. Voor Gourari maakt het niet uit, ze speelt het allemaal met een voorbeeldig inlevingsvermogen.

Krijg hier een impressie van het album: