Aisha Orazbayeva – Music for Violin Alone (CD Recensie)

De uit Kazachstan afkomstige violiste Aisha Orazbayeva laat met ‘Music for Violin Alone’ wederom horen een gelukkige hand te hebben als het gaat om het kiezen van repertoire. Ook op dit vierde album, uitgebracht door SN Variations, wijkt zij af van de gebaande paden en creëert met haar keuzes een aantal opvallende combinaties. Zeven stukken, waarvan vier hedendaags, twee uit begin achttiende eeuw en één van haarzelf, bevat dit aantrekkelijke album.

Het album begint met een relatief nieuw stuk, ‘Circular Bowing Study’ van Angharad Davies, een componiste die ook zelf violiste is en het instrument dus door en door kent. Wat we krijgen is exact dit: een eindeloze serie circulaire bewegingen met de strijkstok over de snaren. Dat levert een vreemdsoortig ritmische klank op en lijkt in niets op het mooi bespelen van het instrument. Sterker nog, het geluid associëren we meer met krassen en wrijven dan met vioolspelen, maar origineel is het wel.

Foto: Bandcamp

Het contrast met Johann Sebastian Bachs ‘Largo’ uit de derde Sonate in C groot had niet groter kunnen zijn. Iets dat natuurlijk ook geldt voor de eveneens uit 1720 stammende ‘Alla Fantasia’ van Nicola Matteis de jongere. Na deze twee vrij korte stukjes (het totale album duurt overigens maar rond een hal uur) belanden we weer in onze tijd. Orazbayeva speelt als vierde stuk ‘Blurry Wake Song’ een stuk van de Britse componist Oliver Christophe Leith uit 2019. Opvallend is dat het contrast tussen die twee achttiende-eeuwse stukken en dat van Leith helemaal zo groot niet is. Die laatste grijpt duidelijk terug op de traditie voor dit ingetogen stuk, waarin ook een vleugje volksmuziek doorklinkt. Het maakt de gemaakte keuze prima te verdedigen.

Dan volgen twee stukken die in elkaars verlengde liggen. Allereerst ‘Koan’ van James Tenney, een componist die we nogal eens als minimalist aanduiden. Terecht zo blijkt uit dit ‘Koan’, maar wat dit stuk echt bijzonder maakt is de wijze waarop Tenney met boventonen werkt. Door een zeer verdicht patroon te hanteren horen we zowel de direct gespeelde klank als de boventonen. Het is als de mist die boven het landschap hangt. Opvallend daarbij is dat de toon langzaam maar zeker steeds hoger wordt, tot we zover in het ijle belanden dat verder spelen onmogelijk is. ‘Eight Whiskus’ van John Cage past hier qua sfeer hier prima bij. Niet zo verwonderlijk, de twee kenden elkaar goed en Tenney heeft, als muziektheoreticus uitvoerig over Cage geschreven. De klank van dit stuk is fragiel. Er klinken, spaarzame, bijna schuchtere noten, omgeven door stilte. Orazbayeva speelt het zorgvuldig en met veel gevoel voor verhoudingen, zoals ze eigenlijk alles op dit album speelt.

Tot slot klinkt ‘Ring’, dat ze zelf componeerde. Het is een stuk dat goed aansluit bij Cage’s ‘Eight Whiskus’. Het bezit datzelfde fragiele onbestemde, diezelfde gewichtloosheid en die zelfde slepende ritmiek.

het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: