Alan Charlton – Cloud and Mirrors (CD Recensie)

‘Cloud and Mirrors’ beluisterend, onlangs verschenen bij Et’cetera records, kun je niet anders concluderen dan dat de Britse componist Alan Charlton veel te vroeg van ons heen is gegaan. Hij was slechts 47 jaar toen hij in 2018 stierf aan kanker. De vijf stukken op dit album geven een prachtig beeld van deze veelzijdige componist, waarvan volgens mij nooit eerder een portret Cd werd uitgebracht.

Charlton, die hoorn, piano en compositie studeerde aan de Junior Royal Academy of Music, onder andere bij Sir Peter Maxwell Davies en Judith Weir, was naast componist ook actief als docent, aan de Bedford School, waar hij de eerste Eileen Norris Fellow in Composition was en als publicist, hij werkte mee aan tien boeken, waaronder ‘How to read music’. Na zijn huwelijk verhuisde hij in 2013 naar Brussel, waar in 2014 zijn dochter Eleanor werd geboren en waar dus ook in 2018 het lot toesloeg. Zijn oeuvre is opvallend divers en reikt van kamermuziek tot orkestwerken en van instrumentaal tot stukken voor koor. De Cd is wat bescheidener van opzet en bevat alleen muziek voor kleinere bezetting, maar besteedt gelukkig wel aandacht aan zijn werk voor koor.

Het album begint met ‘The Cloud’, een cyclus van zes liederen voor sopraan en piano gebaseerd op het gelijknamige uit zes delen bestaande gedicht van de achttiende-eeuwse dichter Percy Bysshe Shelley. Zoals de titel aangeeft beschrijft Shelley in dit gedicht diverse bewolkte landschappen, iets dat Charlton in klank vatte. In het eerste lied regent het, gesymboliseerd in de ritmische piano aanslagen, mooi vormgegeven door William Vann, die nog bij Charlton studeerde. Het tweede deel, ‘Sift the Snow’ begint ingetogen, met een prachtige rol van sopraan April Frederick en neemt gaandeweg in heftigheid toe om een ijskoude storm vorm te geven. En prachtig hoe het pianospel aanzwelt om de zonsopgang in ‘The Sanguine Sunrise’ vorm te geven, verdiept door de bijdrage van Frederick. In ‘That Orbed Maiden’ wordt de maan bezongen. Een deel waarin met name de tempowisselingen opvallen. Ook in ‘I Bind the Sun’s Throne’ weet Charlton de fel schijnende, verzengende zon perfect te vangen. In het zesde deel, ‘I am the Daughter’ vat Shelley als het ware samen.

‘The Snow in the Street’ en ‘Gaudate! Gaudate! Christus est natus’ schreef Charlton beiden voor kamerkoor a capella. Die laatste was een opdrachtwerk van het Brussels Chamber Choir, onder leiding van Helen Cassano, dat hier beide stukken zingt. Ook hier valt op dat Charlton vooral een lyrisch componist was met een groot gevoel voor harmonie. De wijze waarop hij de diverse stemmen hier met elkaar vermengt, in beide stukken werkend met solostemmen en groepszang is voortreffelijk.

In 2005 vroegen cellist Leonid Gorolkhov en gitarist Richard Hand Charlton om een stuk. Bijzonder, want deze combinatie komen we niet zo vaak tegen. Helaas stierf Hand voordat Charlton deze ‘Suite voor cello en gitaar’ af had en kreeg het Edenwood Duo, bestaand uit Wouter Vercruysse en Catherine Struys, de eer om de première te verzorgen. Voor de vijf delen, vijf dialogen, liet Charlton zich inspireren door het mimetheater. Tot slot horen we ‘Fantasy’ voor drie piano’s dat Charlton inspeelde op een elektrische piano en op ingenieuze wijze verwerkte tot een stuk voor drie piano’s.

Bekijk hier een uitvoering van ‘Snow in the Street’ en van het vierde deel van de ‘Suite voor cello en Gitaar’: