Cappella Pratensis / Nederlands Kamerkoor – Antony Pitts (Concert Recensie)

Goirkese kerk, Tilburg – 17 april 2016

r1531393_22831536In 1318 werd in ‘s-Hertogenbosch een broederschap ter ere van Maria in het leven geroepen, beter bekend als De Illustere Lieve Vrouwe Broederschap. Deze broederschap zou een grote rol gaan spelen in de muziek en heeft in de bijna 700 jaar (!) dat zij nu bestaat aan menig componist opdrachten gegeven tot nieuw werk. Aangezien de schilder Jheronimus Bosch, die 500 jaar geleden overleed, eveneens deel uitmaakte van deze broederschap was het een gepast moment voor een nieuw werk, een nieuwe mis. De opdracht werd gegeven aan de Engelse componist Antony Pitts.

In dit concert wordt dit stuk, de ‘Missa Unitatis’ voor het eerst uitgevoerd in de versie voor dubbelkoor. Door het in de middeleeuwse polyfonie gespecialiseerde Cappella Pratensis en het all-round Nederlands Kamerkoor. Tevens werken aan dit concert lokale koren mee, bij ieder concert geeft een ander koor met werken acte de présence, hier in Tilburg is dat het Kamerkoor Ad Parnassum.

De ‘Missa Unitatis’ voldoet natuurlijk aan de regels die verbonden zijn aan een mis. De delen zijn herkenbaar en de tekst is gegeven. Toch weet Pitts hier wel degelijk wat toe te voegen aan deze oervorm. Reeds in de eerste regels van het ‘Kyrie’, gezongen door het Nederlands Kamerkoor weet Pitts te raken. De rillingen lopen je over de rug. Dat zegt wat over Pitts, maar het zegt zeker ook wat over dit koor en de dirigent, de Engelsman Stephen Layton. Kraakhelder en met een enorme intensiteit dwalen de eerste noten door de kerk. De koren beginnen los van elkaar en lopen op enig moment glorieus in elkaar over. Bijzonder opvallend is het ‘Credo’, Pitts’ versie doet meer denken aan een gospel dan aan een traditionele mis. Dit deel swingt onbedaarlijk en stil blijven zitten is dan ook vrijwel onmogelijk! De beide koren en de dirigent vermaken zich hier prima en weten op schitterende wijze de dynamiek te verklanken. In het slot, het ‘Agnus Dei’ staan de koren anders opgesteld, om te symboliseren dat er nu sprake is van een (muzikale) eenheid. Stond Cappella Pratensis eerst links en het Nederlands Kamerkoor rechts, nu staan de zangers en zangeressen bij elkaar op stemtype, van bas – links, naar sopraan – rechts. Op luisterrijke wijze valt hier alles samen.

Hoor hier Pitts aan het woord over de ‘Missa Unitatis’:

Het Nederlands Kamerkoor zingt ook nog twee andere stukken. ‘Verses’ van Richard Rodney Bennett en ‘A Hymn to the Virgin’ van Benjamin Britten. Britten was pas 17 jaar oud toen hij dit stuk schreef. Hij baseerde zich op een middeleeuwse lofzang op Maria en schreef het stuk als een antifoon, twee koren zingen het stuk in wisselzang. Het ene deel van het koor zingt de Engelse tekst, het andere deel de Latijnse tekst, als een soort van vraag en antwoordspel. Door de sterke cadans krijgt het stuk iets bezwerends en het koor geeft een intense en diepgravende lezing van dit prachtige stuk.
“Of one that is so fair and bright
Velut maris stella
Brigther than the day is light
Parens et puella”

Cappella Pratensis / Oktober 2013
Foto: Hans Morren

Ook Cappella Pratensis zingt twee stukken. Zij koos voor twee componisten die langer geleden werken schreven voor de broederschap: Jean Mouton en Jacob Clemens non Papa. Zo staat het motet van Mouton, ‘Nesciens Mater’ in één van de koorboeken die in het bezit zijn van de broederschap. Het stuk bestaat uit vier canons die door acht stemmen tegelijk worden gezongen, wat een verdicht en enerverend weefsel van klanken oplevert. Van hoog tot laag loopt het geheel door elkaar. Het stuk van Clemens non Papa, ‘Ego Flos Campi’ vinden we niet terug in de archieven van de broederschap maar alles wijst erop dat het wel voor hen is geschreven. Zo is het motto van de broederschap: ‘Sicut lilium inter spinas’ (als een lelie tussen de doornen) een belangrijke zin in dit motet. Cappella Pratensis brengt de werken vol overgave, midden in de kerk staand rondom de lessenaar. Oude tijden herleven.

Kamerkoor Ad Parnassum koos voor zijn bijdrage werk van een drietal hedendaagse Engelse componisten. Collega’s van Pitts met andere woorden. Opvallend is dat alle drie de werken een serene rust uitstralen, een rust waar dit koor zich duidelijk bij thuis voelt. Daarbij een stuk dat speciaal voor dit concert is geschreven. ‘Eternal Dove’ van Matthew Owens die van het initiatief hoorde in december vorig jaar en spontaan aanbood een motet te schrijven. Een heuse wereldpremière dus.