Vilde&Inga – How Forests Think (CD Recensie)

Noorwegen kent een levendige experimentele muziekscene, vertegenwoordigd door labels als SOFA Music, Hubro Music en Conrad Sound. Musici die elkaar goed kennen en meespelen op elkaars albums. Musici ook die hier in Nederland en België vaak niet al te bekend zijn. De komende dagen daarom aandacht voor Inga Margrethe Aas, Martin Taxt, Guro Skumsnes Moe en Ole-Henrik Moe. Laten we beginnen bij bassiste Inga Margrete Ass, samen met de violiste Vilde Sandve Alnæs vormt ze het duo Vilde&Inga. Vorig jaar verscheen hun derde album, een dubbelalbum ‘How Forests Think’ bij SOFA Music.

De twee dames vormen sinds 2010 een duo. In 2014 brachten ze hun eerste album uit bij ECM Records, ‘Makrofauna’ waarna in 2017 ‘Silfr’ volgde bij SOFA Music, een album dat ook hier aan bod kwam. Oktober vorig jaar verscheen ‘How Forests Think’ waarin de fysieke omgeving van Oslo centraal staat. De opnames kwamen tot stand in het Emanuel Vigeland Museum, de Newstone studio, de natuur vlakbij Oslo en de haven in het centrum van de stad – zie daarvoor ook de foto’s in het Cd boekje, gemaakt door Ingo J. Biermann. Uitgangspunt vormde deze tekst van Edward S. Casey: “Whatever is true for space and time, this much is true for place: we are immersed in it and could not do without it. To be at all – to exist in any way – is to be somewhere, and to be somewhere is to be in some kind of place. Place is as requisite as the air we breathe, the ground on which we stand, the bodies we have. We are surrounded by places. We walk over and through them. We live in places, relate to others in them, die in them. Nothing we do is unplaces”.

Vilde Sandve Alnæs en Inga Margrete Ass. Foto: Sigrid Bjorbekkmo

Vijftien vrij lange, titelloze stukken bevat dit album. Stuk voor stuk boeiende klanklandschappen, op zeer ingenieuze wijze gecreëerd, waarin de twee musici overduidelijk het contact aangaan met hun omgeving. Soms overheersen de langgerekte drone klanken, zoals in het eerste en het zevende stuk. Soms ook vinden we een geheel andere benadering, waarvan het derde stuk een bijzonder voorbeeld is, vanwege het markante pizzicatospel, maar zeker ook het vijfde, dat bestaat uit noise en het sterk fysieke zesde, waarin een hoofdrol is weggelegd voor de kasten van de beide instrumenten. Kenmerkend voor alle stukken is echter – iets dat ons overigens ook al opviel bij het vorige album – dat er totaal geen verhaal of richting in de muziek zit en dat melodieën totaal ontbreken. Een prachtig voorbeeld is het vierde deel, waarin ongeveer net zo vaak stilte te horen is als klank, een klank bovendien die komt in de vorm van overtrekkende wolken; het negende en tiende, die overduidelijk in het bos zijn opgenomen, we horen duidelijk de vogels de strijkers versterken en het elfde, twaalfde en vijftiende stuk waarin we zonder meer de haven herkennen.

De gekozen vorm past natuurlijk prima bij de opzet van dit album, het verklanken van de ruimte, maar vraagt wel om een andere luisterhouding en een andere vorm van concentratie. Hier zit de kracht duidelijk in de nuance, de subtiele bewegingen, de verstilling. Wie zich daarvoor kan openstellen wordt zonder meer beloond.

Het album is te beluisteren en te koop via Bandcamp: