Simon Hölscher – Inner Home (CD Recensie)

Hij is al een jaar uit, het bij Zennez Records verschenen ‘Inner Home’ van de Nederlandse drummer Simon Hölscher. Maar met zoveel te bespreken, schiet er natuurlijk wel eens een album tussendoor. ‘Inner Home’, opgenomen met een kwintet en gevuld met negen eigen composities is echter genoeg de moeite waard om uw aandacht er alsnog op te vestigen. Bijzonder aan het album is verder dat Hölscher zijn medemusici echt overal vandaan heeft gehaald. We vinden naast Hölscher op drums Casper Hejlesen op gitaar, Dan Hejslet op trompet en bugel, Edgars Cirulis op de piano en de Wurlitzer, Jan Sedlák op de bas en Thomas Hust in één stuk als gast op mondharmonica.

Een studie rechten bleek het toch niet helemaal voor Hölscher en na een jaar aan de universiteit van Leiden stapte hij over naar het Utrechts Conservatorium. Dat beviel beter. Na zijn studie maakte hij de overstap naar de pop, hij werd drummer in de Brits-Nederlandse indie band Alcuna Wilds. Veel optredens volgde, onder andere als support act voor het IJslandse Sigur Rós bij hun uitverkochte concert in AFAS Live te Amsterdam. Maar het bleef kriebelen bij Hölscher en in 2018  verruilde hij Nederland voor Denemarken om een masteropleiding te volgen aan de Royal Academy of Music in Aalborg en over te stappen naar de jazz, althans die indruk geeft hij met zijn debuutalbum. En hij heeft het metier duidelijk te pakken, de dynamische ballade ‘Karolinelund’ waar het album mee opent, staat in ieder geval als een huis. Een prachtige bijdrage van Hejslet op trompet en een begeleiding die duidelijk verwijst naar de elektrische jazz van de jaren ’70 van de vorige eeuw. Het is één van de elementen op dit album waardoor we zicht krijgen op Hölschers diverse bagage. Ook in het heerlijk felle ‘Song for My Folks’ vinden we een wereld aan invloeden: jazz, blues en rock strijden met elkaar om de voorrang en Hejlesen en Cirulis stelen de show met smeuïge solo’s.

Simon Hölscher. Foto: Clustin van Tol

Een al even fijn pittig stuk is ‘Times and Tarmac’, waarin wederom Hejlesen zijn gitaar flink kan laten scheuren. Een nummer dat ons weer even op de punt van de stoel doet belanden. ‘The Amsterdream’ is de ietwat vreemde eend in de bijt op dit album. Een echte ballade, met melancholische trekjes, vooral door Hejslets bijdrage op de bugel en Hust zijn mondharmonicaspel. ‘Gungnam Shuffle’ en ‘Garden of Epicurus’ vallen weliswaar ook onder de langzamere stukken, maar bezitten wel diezelfde dynamiek die ook de opener ‘Karolinelund’ kenmerkt.

Naast een prima drummer, die zowel flink kan uithalen als mooi strak kan begeleiden, blijkt Hölscher ook een goede componist. Hij schreef een aantal mooie, vrij strakke stukken, waarin tevens genoeg ruimte zit voor de bandleden om hun eigen stem te laten horen. Een groot goed in deze muziek.