Michael Finnissy – The History of Photography in Sound (Concert Recensie)

Geblässehalle, Duisburg (Ruhrtriennale) – 4 en 5 september augustus 2021

Ian Pace. Foto: Chuvayev

De kans om ‘The History of Photography in Sound’, het ruim vijf en een half uur durende pianowerk van Michael Finnissy live te horen, moet je met beide handen aangrijpen. Afgelopen weekend voerde Ian Pace, die het stuk in 2001 in première bracht en in 2013 vastlegde op Cd, het live uit tijdens de Ruhrtriennale. De geringe opkomst maakte duidelijk dat dit echter niet voor iedere liefhebber van hedendaagse gecomponeerde muziek gold. Met name tijdens het derde deel waarin Pace de hoofdstukken vijf tot zeven speelde was het wel heel erg stil. En toch, aan Pace lag het niet. Dat hij inmiddels dé Finnissy vertolker is, werd tijdens deze zenuwslopende cyclus weer eens magistraal bevestigd.

De muziek van Finnissy staat bekend als bijzonder hermetisch en aards moeilijk en ja, ook dit stuk is te beschouwen als een gigantisch muzikaal labyrint. Als een omgevallen fotodoos zo winkelt de componist in de geschiedenis van de muziek. In zijn stuk zitten citaten van uiteenlopende componisten als Bach, Beethoven, Wagner, Paganini, Berlioz, Alkan, Debussy, Meyerbeer, Massenet en nog heel veel meer, naast volksmuziek van over de gehele wereld, spirituals, ragtime en wat al niet meer. Het bijzondere zit daarbij in de manier waarop hij die citaten met elkaar vermengt. Zo speelt Pace in het vijfde hoofdstuk, ‘Alkan-Paganini’ eerst fragmenten van Alkan met de linkerhand, dan van Paganini met de rechter en vervolgens met beide handen fragmenten van de twee door elkaar. Op andere momenten, bijvoorbeeld in het tweede hoofdstuk ‘Le réveil de l’intraitable realité’, volgen een groot aantal zeer korte fragmenten, gescheiden door stiltes elkaar op. Stukken uit de suite, opus 25 van Arnold Schönberg, afgewisseld met volksliederen van de Inuit. De titel moet dan ook gezien worden als analogie, net als een foto iets zegt over de werkelijkheid, zonder deze volledig te vatten, is dit ook met deze cyclus het geval. Denkers als Walter Benjamin, Susan Sontag en Roland Barthes diende Finnissy daarbij tot inspiratie.

Een fragment uit het derde hoofdstuk ‘North American Spirituals’.

Finnissy begon deze cyclus in 1995 met wat later het zesde deel zou worden: ‘Seventeen Immortal Homosexual Poets’, kort nadien ontstonden de delen vijf en zeven en zo verder. Dit zesde deel bevat de grootste diversiteit aan materiaal. Ik schreef niet zo maar het woord “overdonderend” op tijdens het beluisteren van dit deel. Voor de delen vijf en zeven geldt dat veel minder, die zijn homogener van aard, al is dat bij Finnissy altijd relatief. Ook de delen vier en acht bezitten bepaalde overeenkomsten, niet alleen zijn beide delen vrij lang, ze kenmerken zich ook door een vrij grote diversiteit aan muzikaal basismateriaal. De delen drie en tien hebben met elkaar gemeen dat ze veel fragmenten bezitten uit enerzijds de Amerikaanse zwarte traditie en anderzijds de Afrikaanse traditie. Bij de delen twee en negen is de vergelijking moeilijker te maken, iets wat wel weer lukt bij de delen één en elf, die duidelijk een inleidend, respectievelijk een afsluitend karakter hebben.

Wat deze cyclus zo bijzonder maakt en het geldt voor meer pianomuziek van Finnissy, is de originele wijze waarop hij uit de geschiedenis van de muziek put, zich daarbij, zoals reeds genoemd, zeker niet beperkend tot die van de klassieken en de manier waarop hij deze met elkaar vermengt tot een compleet nieuw klankuniversum. Zodanig dat in de meeste gevallen de citaten nauwelijks nog herkenbaar zijn, maar opgaan in het grote geheel. Daarbij gebruikmakend van bizarre overgangen, grote dynamische contrasten, korte en langere stiltes, in elkaar overlopende fragmenten, maar ook door elkaar gespeelde fragmenten en wat voor pianistische technieken je nog meer kunt bedenken. Hoe Pace het van elkaar krijgt om dit allemaal even scherp, met een enorme aandacht voor de kleinste details van voor tot eind (op zaterdag drieënhalf uur met twee pauzes en op zondag ruim twee uur met één pauze) ten gehore te brengen, is mij een raadsel, maar het lukt hem wederom. Een prestatie van formaat en hulde aan de Ruhrtiennale voor het programmeren van dit unieke concert.

Voor de liefhebbers is hier het boek bij de cd’s te downloaden met uitgebreide informatie over deze cyclus.

Beluister hier deel 3, ‘North American Spirituals’ (een deel van de Cd opname):