Fie Schouten – Monologues 2020 / Nut (CD Recensie)

Ik begon deze serie rond de basklarinet met Tobias Klein, één van de organisatoren achter het basklarinetfestijn. Ik eindig met wie ooit hiertoe het initiatief nam, de in hedendaags gecomponeerde muziek gespecialiseerde Fie Schouten. Dit jaar verschenen er twee Cd’s met stukken van in totaal tien componisten. De Cd ‘Monologues 2020’, verschenen bij Orlando Records, bevat solostukken, de titel geeft het natuurlijk reeds aan, het bij TryTone verschenen ‘Nut’ bevat naast een tweetal solostukken, een aantal stukken voor kleine kamerbezetting. Daar krijgt Schouten versterking van mede klarinettist Jelte Althuis, celliste Eva van de Poll, accordeonist Marko Kassl en de percussionisten Tatiana Koleva en Bart de Vrees.

Maar laten we beginnen met de solostukken en meer specifiek met het enige stuk waarin we Schouten niet op basklarinet horen maar op bassethoorn, zoals u weet een misleidende naam, want de bassethoorn is helemaal geen hoorn, maar een soort van klarinet. Sterker nog, qua vormgeving lijkt hij op de basklarinet, alleen dan iets kleiner. Maar goed het gaat hier om ‘…van horen zingen…’ van Guus Janssen, op verzoek van Schouten voor haar gecomponeerd. En inderdaad de klank is iets minder laag, het zit ergens tussen een klarinet en een basklarinet in, maar verder zit er niet echt verschil in. Overigens een leuk, sterk verhalend stuk. ‘Linn’ van Lotta Wennäkoski stamt uit 2002, werd gecomponeerd voor de basklarinettist Heikki Nikula, maar beleeft hier pas zijn plaatpremière. Een mooi ingetogen stuk, waarin de invloed van de Hongaarse volksmuziek doorklinkt. Enno Poppe schreef ‘Holz’ in 1999 voor basklarinet en ensemble, in 2015 maakte hij voor Schouten en Richard Haynes een soloversie voor basklarinet. Het is een mooi en levendig stuk, waarin het uitgebreide bereik van het instrument optimaal aan bod komt. Isang Yuns ‘Monolog’ is wellicht wel het hoogtepunt van het album. Schouten speelt dit, ongetwijfeld razend moeilijke stuk, met perfecte timing en veel gevoel. ‘Mountains’ van Ton de Leeuw is één van Schoutens lievelingsstukken, zo stelt ze in het boekje bij de Cd, dat snap ik heel goed. Een wonderlijke, trillende klank, het lijkt soms wel een zwerm insekten, tovert ze uit haar instrument te voorschijn,

‘Nut’ bevat ook twee solostukken, beiden van Gérard Grisey en beiden voor contrabasklarinet: ‘Anubis’ een ‘Nout’. Met andere woorden, we gaan een paar stapjes dieper in klank. Bijzonder hoe hij hier op zoek gaat naar nieuwe klanken, de diepte als het ware aftast. De overige stukken zijn voor duo – ‘Decade’ van Enric Raxach -; trio – ‘On Intimacy IV ‘mozaïek’ van Ruud Roelofsen – of kwartet, ‘Connect4’ van Evan Ziporyn en ‘Top-Blow-Dance4’ van Hanna Kulenty. Voor mij springt ‘Decade’ eruit vanwege de prachtige combinatie van basklarinet en accordeon en de wijze waarop Schouten en Kassl elkaar hier aanvullen. Bijzonder zijn ook het bijzonder ritmische en speelse stuk van Kulenty, waar met name vibrafoon en basklarinet voor tekenen en On Intimacy IV ‘mozaïek’ van Ruud Roelofsen, die laatste met name vanwege de rol die elektronica hier speelt.

Beide albums zijn te beluisteren en te koop via Bandcamp: