Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam – 22 oktober 2015
in 1985 won Unsuk Chin de Gaudeamus Muziekprijs met ‘Spektra’ een werk voor drie cello’s, waarna ze naar Hamburg vertrok om te gaan studeren bij György Ligeti. Ligeti was echter helemaal niet zo enthousiast over haar werk en vond dat er niets origineels in zat! Dat betekende een schok maar ook een keerpunt, omdat ze diep van binnen wist dat hij gelijk had.
Na een impasse van drie jaar begon haar carrière dan ook goed op gang te komen toen zij in 1991 in opdracht van het Nieuw Ensemble een werk voor sopraan en orkest: ‘Akrostichon-Wortspiel’ componeerde. Eén en ander culmineerde in het winnen van de prestigieuze Grawemeyer Award in 2004 en de Arnold Schönberg Prijs in 2005. In een interview met Thea Derks voor het Cultuur Persbureau zegt zij dan ook over haar band met Nederland en dit concert in het Muziekgebouw: “Die is heel belangrijk! Holland is opener voor nieuwe muziek dan andere landen. Mijn carriere is hier begonnen en mijn muziek wordt hier nog altijd het vaakst uitgevoerd. Het concert met het Nieuw Ensemble voelt voor mij als thuiskomen.”
Chin komt weliswaar uit Zuid-Korea maar dat betekent in haar geval niet dat zij sterk beïnvloed is door de traditionele Koreaanse muziek. Wellicht doordat zij protestants is opgevoed, haar vader was dominee, maar zeker ook doordat zij reeds vroeg met de westerse klassieke muziek in aanraking kwam. Zelf zegt ze daarover in hetzelfde interview: “Ik stond erg open voor alles wat nieuw was, zelfs als ik het vreemd vond klinken. Ik was trouwens ook gek op Brahms en Tsjaikovski, maar anders dan mensen vaak denken, groeide ik niet op met de klanken van Koreaanse traditionele muziek in mijn oren.”
Het eerder genoemde ‘Akrostichon-Wortspiel’ uit 1991 stond ook in dit concert op het programma, samen met een recenter werk dat Chin schreef in opdracht van het Nieuw Ensemble, ‘cosmigimmicks – a musical pantomime’ uit 2012 en het stuk ‘Gaugalon, Scenes from a Street Theater’ uit 2009 / 2011. In ‘Akrostichon-Wortspiel’ speelt Chin met het begrip taal (een acrostichon is een gedicht waarbij de beginletters van de verzen samen een woord vormen, zoals in het ‘Wilhelmus’). In dit stuk, bestaande uit zeven delen, gebruikt Chin fragmenten uit Lewis Carroll’s tweede boek over Alice ‘Through the looking glass’ en ‘Die Unendliche Geschichte’ van Michael Ende. De teksten zijn onherkenbaar versnippert en versneden tot een boeiend en ook komisch collage. Het is een briljant maar tevens ongelofelijk complex werk dat vooral veel vraagt van de sopraan, hier de eveneens uit Zuid-Korea afkomstige Yeree Suh. De zeven delen hebben ieder een andere emotionele toestand als onderwerp. De muziek en de zang klinken dan ook het ene moment vrolijk, soms zelfs bijna manisch met bonte schakeringen en op andere momenten somber, duister, zelfs onheilspellend.
Beluister hier ‘Akrostichon-Wortspiel’ in een uitvoering van het Chimera Ensemble onder leiding van Azlee Babar, met als sopraan Ana Beard-Fernandez:
Bij de titel ‘Gaugalon, Scenes from a Street Theater’, heeft u ongetwijfeld, net als ik, de associatie met Aziatisch. De link met een componist uit Zuid-Korea is immers snel gelegd. Het woord ‘Gaugalon’ komt echter uit het Oudhoogduits. ‘Bedriegen’ of ‘voor de gek houden’ betekent het. Maar ook: ‘raar bewegen’ en ‘waarzeggen’. Het komt allemaal terug in dit wonderlijke stuk, dat Chin schreef naar aanleiding van een bezoek aan China in 2008 en 2009. De scherpe tegenstelling tussen rijk en arm, tussen vooruitgang en traditie deed haar denken aan haar eigen jeugd. Het leverde een stuk op, bestaande uit zes delen, waarin zij speelt met de herinneringen en de beelden die het bij haar oproept. Zo begint het eerste deel: ‘Prologue – Dramatic Opening of the Curtain’ met een zeer weerbarstige strijkerspartij, vol ruwe en weerbarstige dramatiek, terwijl in ‘Lament of the Bald Singer’ de sfeer weer veel meer melodramatisch is, bijvoorbeeld in de trombonesolo van Koen Kaptijn. Bijzonder is ook ‘Episode between bottles and cans’ waarin de twee slagwerkers, opgesteld tegenover elkaar aan beide kanten van het podium een duet spelen. De één op flessen en de ander op blikken. Het meest recente stuk is ‘cosmigimmicks – a musical pantomime’. De titel, samengesteld uit de woorden ‘cosmic’ en ‘gimmick’, is te lezen als: een heel groot niets. Maar de ondertitel is voor Chin het meest veelzeggend. Een mimespeler kan met heel weinig, heel veel uitdrukken en dat is waar Chin eveneens naar streeft in dit stuk. In een soort theatersetting spelen drie tokkelinstrumenten: gitaar, mandoline en harp, de hoofdrol en doen de trompet, de piano en de viool mee in een soort vermomming. De drie scenes waaruit het stuk bestaat vertellen geen verhaal maar nemen de luisteraar veeleer mee op een reis bestaande uit klanken, kleuren en droombeelden. Vooral veel droombeelden.
Unsuk Chin is hier zelf aan het woord over ‘cosmigimmicks – a musical pantomime’: