North Sea Jazz – Dag 3

Ahoy, Rotterdam – 10 juli 2022

Charles Lloyd. Foto’s: Louis Obbens

Sinds jaar en dag is North Sea Jazz ook het festival dat de helden van weleer eert. De mannen, ja, toen vrijwel altijd nog mannen, die de jazz in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw vormgaven. Herbie Hancock was dit jaar artist in residence, maar er waren ook concerten van Ron Carter, Han Bennink en gisteren van Charles Lloyd en Archie Shepp. Verder op de zondag het trio van Vijay Iyer, eerder te horen tijdens de laatste editie van November Music.

Charles Lloyd is inmiddels vierentachtig, maar actiever dan ooit. Met zijn Marvels sloeg hij enkele jaren geleden een nieuw en bijzonder succesvol pad in. Met gitarist Bill Frisell en pedal steel gitarist Greg Leisz legt hij de verbinding tussen jazz aan de ene kant en country en folk aan de andere kant. Het mooiste bewijs is het uit 2018 stammende ‘Vanished Gardens’ dat het kwintet opnam met Lucinda Williams. De muziek van Lloyd heeft altijd iets uiterst relaxed, zelfs in de meer up-tempo stukken. Een stijl waar de ritmesectie, bestaand uit Reuben Rogers en Eric Harland, prima bijpast. Dat de laatste tijdens dit concert wordt vervangen door Kendrick Scott, doet daar gelukkig niets aan af. De man zelf heeft er nog steeds duidelijk plezier in en geeft de ene na de andere boeiende, maar ook diepgravende solo. Meestal op tenorsax, soms op fluit.

Archie Shepp

De conditie van Archie Shepp, inmiddels vijfentachtig, laat helaas wel het één en ander te wensen over. Als je hem ziet strompelen over het podium houd je je hart vast. Zelfs de tenorsax moet hem in handen worden gegeven. Alleen dan komt het, zodra het mondstuk zijn lippen beroert. Echt herrie maken kan hij niet meer, die tijd van activisme is voorgoed voorbij, maar zo lang hij zich beperkt tot ballades, prachtig vormgegeven in duet met pianist Jason Moran, gaat het eigenlijk best goed. Sterker nog, als Shepp met gebroken, getormenteerde stem gaat zingen, spirtiuals als ‘Motherless Child’ en ‘Let My People Go’, maakt dat diepe indruk. Prachtig zijn ook de paar duetten die hij met Marion Rampal zingt. Vooral klassieker ‘Ain’t Misbehavin’ valt daarbij op. Moran heeft al eerder bewezen open te staan voor het klassieke jazz repertoire, bijvoorbeeld met zijn album ‘All Rise: A Joyful Elegy For Fats Waller’ uit 2014 en laat ook hier horen dit repertoire met veel gevoel voor het voetlicht te kunnen brengen. Een memorabel concert, zeker gezien de fysieke conditite van Shepp. De kans dat we dit nog een keer mee gaan maken, acht ik niet groot.

Linda May Han Oh

Dat geldt waarschijnlijk niet voor Vijay Iyer, al krijgt niemand garanties in het leven. Ik stond reeds eerder stil bij ‘Uneasy’, het bij ECM Records verschenen debuut van dit onwaarschijnlijk goede trio, één van de meest bijzondere pianotrio’s van dit moment, dat Iyer vormt met bassiste Linda May Han Oh en drummer Tyshawn Sorey. Eén kenmerk, zoals ik eerder opmerkte: “het enorme ritmegevoel en het vermogen om de luisteraar vast te pakken en gedurende dit vrij lange album niet meer los te laten”. Voeg daar de live ervaring aan toe. Ik stond er reeds bij stil naar aanleiding van het concert november jongstleden en doe dat hier nog maar eens. Simpelweg omdat wat hier gebeurt zo onwaarschijnlijk goed is. Drie bijzonder eigenzinnige musici die samen streven naar eenheid en daar meer dan overtuigend in slagen. Alle drie verkeren ze op eenzame hoogte, samen zijn ze onverwoestbaar. Iyer excelleert met de meest creatieve ritmische patronen, zich bewegend tussen jazz, folk en klassieke muziek, May Han Oh voegt er onvervalste swing aan toe en Sorey laat horen, het lijkt Han Bennink wel, dat je kwaliteit als drummer niet schuilt in de grote van het drumstel. Een snaredrum, een basdrum en drie bekkens, maar wat een geluid, wat een groove. En dan na twee stukken, die zo ongeveer het hele concert in beslag nemen, zegt Iyer: “I think we open the space a little bit”. Geen idee wat hij daarmee bedoelt, maar wat volgt is een prachtige, bijzonder introspectieve pianosolo, al even fragiel ondersteund door May Han Oh en Sorey en heel langzaam bouwt het trio die solo verder uit, krijgt het stuk vleugels. Een mooiere afsluiting van een alleszins geslaagd vijfenveertigste editie van North Sea Jazz is niet denkbaar.