Rewire Festival – Dag 2 (Concert Recensie)

Diverse locaties, Den Haag – 8 april 2023

The Paper Ensemble met vooraan Ale Hop. Foto: Rewire.

Een zo uitgebreid en grootschalig festival als Rewire vraagt continu om het maken van keuzes, zelfs als je  thuis vooraf reeds een programma uitstippelde. Zo had ik gisteren graag Oscar Peters gehoord op het orgel, maar vol is vol en besloot ik op het laatst Godspeed You! Black Emperor over te slaan, louter omdat ik het niet op kon brengen om twee uur te staan in een overvolle grote zaal van Paard. Maar niet getreurd, er viel genoeg ander moois te horen en vooral op deze dag ook te beleven.

Zo moet je The Paper Ensemble toch vooral ook zien. Hoe ze muziek maken met papier. Enorme bergen worden in elkaar geduwd, uit elkaar getrokken en meegesleept. Kokers worden uitgetrokken en een enorme toeter wordt gedraaid tussen kabels. Alles klinkt weer anders en wordt aangevuld met subtiele percussie van Paul Koek en Frank Rosaly en voor deze gelegenheid met de elektronica van de Peruviaanse Alejandra Luciana Cárdenas, beter bekend onder haar alias Ale Hop. Een wonderlijk klanklandschap wordt hier opgetrokken vol prachtige en onverwachte geluiden. Continu zit ik mij te verbazen, kan dit ook al met papier? Waar komt dit nu weer vandaan? Is dit percussie, is het papier, is het elektronica? Uitmaken doet het niet, het gaat immers primair om de ervaring. En juist die maakt dit zonder meer tot één van de hoogtepunten van dit festival.

Het visuele aspect speelt ook een bijzonder grote rol in het concert van 33 in de Nieuwe Kerk. Door mijn keuze om Godspeed You! Black Emperor over te slaan, zat er ineens een gat in mijn programma, op goed geluk koos ik voor 33, ofwel Billy Bultheel en Alexander Lezzi, aangevuld met cellist Patrick Belaga en vocalisten Ivan Cheng en Steve Katona. Alle vijf voor mij volslagen onbekend. Maar dit concert zal me nog lang bijblijven. Noem het een hoogmis, daar in die voormalige protestantse kerk, noem het de opera die Richard Wagner had geschreven als hij nu had geleefd. Duistere romantiek, een hang naar destructie, pompeus, edelkitsch en volledig over de top. Het is allemaal van toepassing op deze mix van ambient, neo-klassiek, noise en metal. Alleen al die eerste minuten waarin de romantisch, poëtische klanken van Bultheel worden afgewisseld met de bijzonder agressieve speelstijl van drummer Lezzi, waardoor je als luisteraar volledig de weg kwijt bent. En dan Cheng, gezeten op de randen van de kansel, met zijn hoge stem fluisterend, krijsend, lachend en zingend, of counter-tenor Katona, liederen zingend die uit een Renaissance mis lijken weggeplukt. Een muzikale achtbaan, net niet uit het karretje geslingerd.

KAKUHAN. Foto: onbekend.

KAKUHAN beviel me gisteren, in het concert met Peter Zummo dusdanig goed, dat ik ze nu ook als duo wilde horen. Het bleek een goede keuze. Hino achter de knoppen en Nakagawa achter de cello en een aantal effectpedalen, het blijkt een gouden combi. Aan hun vaak naadloze samenspel is te horen dat de twee uitstekend op elkaar ingespeeld zijn, mooi hoe Nakagawa Hino vaak op de voet volgt. Ingenieuze, aan techno verwante patronen creëert Hino, maar dan met een veel ingewikkelder ritmiek, waar Nakagawa soms in meegaat, maar regelmatig ook mooi tegengas in geeft. Ook Liew Niyomkarn hoorde ik voor een tweede keer dit festival, alleen nu met haar eigen composities. Centraal daarin staat een slide gitaar waar ze dromerige patronen mee creëert, aangevuld met elektronica en veldopnames. Die van een enorme stortbui werkt zeker sfeer verhogend.

Tot slot weet Horse Lords mij en om mij heen kijkend bemerk ik dat ik zeker niet de enige ben, aan het einde van de avond in trance te brengen. De uit Baltimore, Maryland afkomstige band bestaande uit saxofonist en percussionist Andrew Bernstein, bassist Max Eilbacher, die ook met elektronica werkt, gitarist Owen Gardner en drummer Sam Haberman is in het afgelopen decennium uitgegroeid tot een belangrijke stem in de krautrock / post-punk scene. Aangelengd met elementen uit de folk traditie van de  Appalachen. Stil blijven zitten is bij dit kwartet nagenoeg onmogelijk, van de eerste tot de laatste noot nemen ze ons mee op een nietsontziende trip.