Sound of Europe Festival – Dag 1 (Concert Recensie)

Diverse locaties, Breda – 12 april 2024

Ambergris. Foto: Mischa Keijser

Categoriseren, ik zal niet de enige zijn die daar behoefte aan heeft. Hoe berg je anders die alsmaar uitdijende hoeveelheid Cd’s op. Pop, jazz, klassiek als hoofdcategorieën en daartussen weer subcategorieën, dat houdt de zaak overzichtelijk. Probleem is alleen dat steeds meer musici zich niet zo veel aantrekken van mijn behoefte en vrolijk grensoverschrijdend bezig zijn. Het Bredase Sound of Europe Festival biedt ze dezer dagen een podium. “Unexpected Crossover” kreeg het festival als ondertitel mee: “Het gaat om muzikanten die de gebaande paden verlaten en nieuwe elementen uit andere stijlen integreren. Improvisatie behoort daarbij altijd tot de kern”. En daar zit ik dan met mijn hokjes.

Nicolò Ricci’s Ambergris, dat op vrijdag het festival mag openen, houdt zich overigens nog redelijk aan de regels en vermengt de jazz hooguit met wat Zuid-Europese folk. Hun debuut album ‘Bellisima’ kwam hier eerder aan bod, in het kader van Keep an Eye on the Records en ook nu valt op hoe zeer de musici aan elkaar gewaagd zijn. Opvallend is ook nu de rol van pianist Emanuele Pellegrini. Met piano en synthesizer creëert hij stevig ritmische, maar ook minimalistisch aandoende patronen. Stuwend en opzwepend, voeg daarbij de ritmesectie en het feest is compleet. Ricci mag daar graag wat mee contrasteren. Zijn kracht ligt met name in het blazen van superieure melodieën op zijn altsax, echt een verhalenverteller deze man. Verder valt in ‘A Bag of Bags’ de bassolo op van Alessandro Fongaro: verstild en melodieus.

 

Linda Frederiksson. Foto: Mischa Keijser

Linda Frederiksson is al minder stijlvast. Of beter gezegd: de drie musici die ze heeft meegebracht, toetsenist Tuomo Prättälä, bassist Mikael Saastamoinen en drummer Olavi Louhivuori zijn dat. Frederiksson zelf maakt pure jazz in de traditie van Mats Gustafsson. Dus lees: met veel power, repetitieve patronen en een grote variatie aan diverse technieken. Al kan ze ook en daarin onderscheidt ze zich van iemand als Gustafsson, de noten gevoelig raken en onverwacht emotionerend uit de hoek komen. Maar het mooist klinkt ze als ze volledig los gaat, alsof de duivel haar op de hielen zit. Bijzonder is ‘Pinetree Song’. Het hart van dit stuk bestaat uit opnames van een oude boom, krakend in de wind en prachtig gecombineerd met de overige instrumenten. De Fender Rhodes solo van Prättälä doet aansluitend de rest.

Het Belgische Dishwasher_ kwam op deze blog ook al aan bod. Hun titelloze debuutalbum kwam enige maanden geleden hier voorbij. Saxofonist Werend Van Den Bosche, hier overigens op altsax, bassiste Louise Van Den Heuvel en drummer Arno Grootaers dienen ons ook nu weer een diner op met een overvloed aan verschillende gerechten. We horen jazz, funk, rock, folk, experimentele elektronica, dance en alles wat ik hier vergeten ben, ben met een knipoog naar de vroege jaren’70 van de vorige eeuw, toen deze jongelui nog niet eens geboren waren. Wat het toevoegt aan de Cd is het live gebeuren. Dat geldt voor alle bands, maar zeker voor dit Dishwasher. Het speelplezier spat er werkelijk vanaf!

De Belgisch-Ghanese multi-instrumentaliste Esinam Dogbatse werkt onder haar voornaam. In haar muziek vermengt ze haar Afrikaanse wortels, zich met name uitend in de ritmiek met jazz, funk en rock. Naast in de weer met elektronica horen we haar op de dwarsfluit. Soms doet de muziek me wel wat denken aan die van Chris Hinze uit de jaren ’80 en ’90, die zich ook duidelijk liet beïnvloeden door andere culturen dan de westerse. Alleen hier is de groove nog sterker aanwezig en is de muziek, met dank aan de Moog synthesizer, nog veel vuriger en meer opzwepend.