Teus Nobel – After Hours (Concert Recensie)

De Bussel (Liever in de KluiZ dan ThuiZ), Oosterhout –  17 april 2024

Teus Nobel tijdens een eerder concert van dit trio. Foto’s: Marcel Schikhof.

We naderen reeds het einde van het concert bij Liever in de KluiZ dan Thuiz in het Oosterhoutse theater De Bussel als trompettist Teus Nobel een voor een jazzmusicus bijzondere standard aankondigt: ‘Little Wing’ van Jimi Hendrix. Gitarist Tim Langedijk en bassist Thomas Pol creëren een zompige, langzame blues, waarin Nobel met prachtig spel, hier op de bugel, kan excelleren. Opvallend hoe weinig noten Hendrix nodig had voor het overbrengen van zijn ideeën. Het is slechts één van de parels waar dit trio ons op trakteert. Ruimt een half jaar geleden verscheen Nobels laatste album ‘After Hours’, dat ook hier voorbij kwam, waarna het trio het afgelopen half jaar zo’n vijftig concerten gaf met de nodige stukken van dit album, aangevuld met ander werk.

Die bijzondere bezetting van trompet, gitaar en contrabas hebben we overigens te danken aan een andere trompettist: Chet Baker. Twintig jaar geleden, zo vertelt Nobel, viel hij als een blok voor het album  ‘Someday My Prince Will Come’. Baker stond in oktober 1979 in de befaamde Kopenhaagse jazzclub Montmartre, samen met gitarist Doug Raney en bassist Niels-Henning Orsted Pedersen. De opnames kwamen uit bij Steeple Chase, verspreid over drie albums: ‘Daybreak’, ‘This Is Always’ en dat ‘Someday My Prince Will Come’. Wat Nobel vooral aantrok was het schijnbare gemak waarmee Baker deze hondsmoeilijke stukken speelde. Iets wat ik gisterenavond overigens ook voelde, met name bij dat relaxte spel van Langendijk. Ik had zo willen roepen: “geef maar hier die gitaar, dat kan ik ook” en dat terwijl ik er nog geen fatsoenlijke noot uitkrijg! Het is overigens een prachtige bezetting, waarbij het spel van Pol en Langedijk mooi in elkaars verlengde liggen, zo lang ze natuurlijk niet soleren en zo Nobels spel, afwisselend op trompet en op bugel, mooi inbedden.

Tim Langedijk en Thomas Pol

Zoals al eerder besproken nam Baker de meeste covers die op ‘After Hours’ staan – het is na acht albums overigens het eerste album van Nobel met covers – wel op, maar niet in die bewuste bezetting van  ‘Someday My Prince Will Come’, wat ervoor zorgt dat Nobels album allesbehalve een letterlijke kopie is. Het is meer dat Nobel speelt in de sfeer van en langs deze weg Baker dicht nadert. Een belangrijk element daarbij is het feit dat Nobel werkelijk excelleert, ik benoemde ook dat vaker, in subtiel, ragfijn spel, iets waar ook Baker om bekend stond. En ja, aan Langedijk en Pol heeft hij prima mede-musici, waarbij het feit dat ze er nu al zo’n vijftig concerten op hebben zitten een mooi surplus oplevert. Dat Nobel dit project ook alleen met deze musici wilde doen, begrijp ik volkomen. Hij betoont er volop zijn enthousiasme over, laat ons wel tien keer voor die twee applaudisseren.

Covers dus, een mooi stukje jazzgeschiedenis. We horen de ook op het album te vinden stukken  ‘Sad Walk’ van Bob Zieff, mooi zo, met die demper op de trompet; ‘It Never Entered My Mind’ van Richard Rogers; ‘In My Solitude’ van Duke Ellington, als toegift en ‘Look for the Silver Lining’ van Jerome Kern, maar ook ‘Love Vibration’ van Horace Silver, waarin dat soulvolle van Silver prachtig tot uiting komt, ‘My Little Brown Book’ van Billy Strayhorn, geblazen met een dubbele demper wat een heerlijk schel geluid oplevert en dat ‘Little Wing’ van Hendrix. Nobel speelt ook twee stukken van eigen hand, die beiden ook op het album staan: ‘Blues for Paul’ en ‘No Goodbye’. Het eerste stuk, een fijne up-tempo blues, waarin met name Langedijk zich heerlijk uitleeft, schreef Nobel voor de man die een flinke financiële injectie gaf aan dit album, het tweede schreef hij ter nagedachtenis aan zijn inmiddels overleden vader. Het is Pol die dit prachtige stuk opent, middels zijn strijkstok duistere klanken aan zijn bas onttrekkend. Repetitief pizzicato spel, afgewisseld met kloppen op de kas, markeert de overgang en de komst van Langedijk en Nobel. De schelle klanken van Nobels trompet snijden door de ziel, hier wordt pijn en verdriet verklankt, zoveel is wel duidelijk. Het eerder genoemde ‘Love Vibration’ volgt, Nobel wil ons niet gedeprimeerd naar huis sturen.