Oscar Peterson – Con Alma (CD Recensie)

Gisteren kwam hier het trio van Ahmad Jamal met Jamil Nasser en Frank Grant ter sprake, met opnames uit de jaren 1966 – 1968, gemaakt in The Penthouse. Vandaag aansluitend aandacht voor een ander beroemd trio uit die dagen, van wie de pianist helaas niet meer leeft: Oscar Peterson. We schrijven 26 mei 1964 en de nu pas onder de titel ‘Con Alma’ uitgebrachte opnames dateren van een concert gegeven in het Zwitserse Lugano. Op bas horen we Ray Brown, op drums Ed Thigpen. Het album verscheen, eveneens al eind vorig jaar, bij Mack Avenue.

We beginnen met een klassieker die Peterson voor het eerst speelde in 1962 en die sindsdien regelmatig terugkeerde op zijn setlist: ‘Waltz for Debby’, van die andere pianist die bekend werd door zijn piano trio’s en inmiddels ook al geruime tijd dood is, juist, Bill Evans. En je hoort het direct, dit is Peterson, Evans zou nooit zo spelen, nooit met zoveel overdaad, zoveel franjes aan zijn spel, nooit met van die oeverloze uitweidingen, waarna hij ineens weer terug in het spoor schiet. Brown en Thigpen zijn hier eveneens aanwezig, als een stationair draaiende motor op de achtergrond. Wat volgt is ‘My One and Only Love’ van Robert Mellon en Guy Wood, een stuk dat hij in die jaren eveneens vaker speelde. Het tempo ligt hier lager, maar prachtig hoe Petersons handen hier over het klavier schieten, kettingen van noten rijgend. Overdaad schaadt nogal eens, maar niet hier. Tussendoor horen we Brown, met korte, maar zeer doeltreffende solo’s.

Het trio in Newark, New Jersey.

Er kwam die avond maar één stuk voorbij van Peterson zelf, de man speelde maar al te graag standards. Voor ‘Blues for My Landlady’ trok hij wel ruim elf minuten uit, het is het langste stuk van het album en tevens een stuk dat op geen enkel ander album te vinden is! Het is een blues, maar dan wel een snelle. Ook hier komt Peterson weer vingers te kort, maar wat een groove horen we hier en dan met name in die dialoog verderop tussen Peterson en Brown, gevolgd door een krachtige solo van Thigpen. De titel ontleent het album aan een stuk van Dizzy Gillespie: ‘Con Alma’, met reeds aan het begin een mooi duet tussen Brown en Thigpen, gevolgd door Peterson die bescheiden de melodie neerzet, iets wat natuurlijk niet zo blijft. Maar wat hier vooral opvalt, is de aan Latin ontleende ritmiek, iets dat we bij Gillespie wel vaker tegenkwamen. Lorenz Hart en Richard Rodgers’ ‘I Could Write a Book’ is een andere bijzonder klassieker, die Peterson echter nooit speelde, dus waarom op deze avond ineens wel, blijft een raadsel. Maar mooi is deze opvallend snelle versie beslist. Door Petersons spel, maar zeker ook door die solo’s van Brown en Thigpen. George en Ira Gershwin’s ‘It Ain’t Necessarily So’ speelde hij beduidend vaker en dat is goed te horen aan de wijze waarop hij de noten hier uit zijn mouw strooit, maar wat een timing en wat een gevoel voor swing horen we hier terug. Dit kan eenvoudig niet beter.