Ludwig van Beethoven – Symfonie nr. 5 en 6 / Wim Henderickx – Harp Concerto (Concert Recensie)

Bozar, Brussel – 17 februari 2019

Anonieme buste, ca. 1754 (Foto: Universal History Archive/Getty Images)

Alain Altinoglu zette zondag in het Brusselse Bozar zijn succesvolle reeks Beethoven symfonieën, met het Symfonieorkest van de Munt voort met twee van de meest bekende: de vijfde en de zesde en een nieuw harpconcert van de Belgische componist Wim Henderickx, die zich voor het schrijven van dit stuk liet inspireren door deze beide symfonieën van de grote meester. Een gloedvol concert met een glansrol voor harpiste Agnès Clément.

Het programmaboek leert ons iets interessants over deze twee symfonieën: Beethoven schreef ze tegelijkertijd en liet ze heel bewust gezamenlijk in première gaan op 22 december 1808. Waarna ze, en dat is eigenlijk wel merkwaardig, nooit meer samen worden uitgevoerd! Sterker nog de twee symfonieën zijn beiden een eigen leven gaan leiden, waarbij de vijfde natuurlijk het beroemdst is geworden – bestaan er eigenlijk bekendere openingsmaten dan die van de vijfde? Toch zijn de verschillen wellicht wel minder groot dan ze in aanvang lijken en Hans-Joachim Hinrichsen breekt denk ik terecht een lans voor een andere zienswijze, één die de symfonieën als complementair aan elkaar ziet in plaats van tegengesteld. Beiden moeten gezien worden in het licht van de Verlichting en de plaats van de mens als denkend en handelend subject in relatie tot Immanuel Kants moraalfilosofie. De vijfde beklemtoont in dat geval de menselijke kracht, waar het optimistische en triomfantelijke prima bij past, terwijl de zesde ingaat op de context van dit handelen, of volgens Hinrichsen: “een betekenishorizon waarin de natuur wordt ontplooid als een ervarings- en mogelijkheidsruimte voor zedelijk menselijk handelen.” Deze symfonie is dus meer dan een idyllische schets van de natuur en dat prachtige vierde deel, ‘Gewitter, Sturm; Allegro’ krijgt daar mee ook een andere glans: de natuur laat zich nooit volledig onderwerpen en toont op bepaalde momenten zijn eigen kracht, op dat moment kan de mens alleen maar terugdeinzen. En zo is deze zesde symfonie met het klimaatdebat in het achterhoofd actueler dan ooit.

Een schitterend werk overigens waarin Beethoven prachtige sfeerportretten schetst. We noemden reeds dat vierde deel waarin hij een bijna ondraaglijke spanning weet te creëren en vooral dat ‘Gewitter’ groots wordt verklankt. Maar ook in het allereerste deel, ‘Erwachen heiterer Empfindungen bei der Ankunft auf dem Lände: Allegro ma non troppo’ weet hij de sfeer van landelijkheid prachtig te treffen en het Symfonieorkest van de Munt onder leiding van Alain Altinoglu weet het kleurrijk en trefzeker voor het voetlicht te brengen. En wat moeten we zeggen over die overbekende vijfde die met veel schwung en overtuigingskracht wordt gebracht, zodanig dat Altinoglu soms net niet uit de bocht vliegt? Dat begin, het ‘Allegro con brio’ is zonder meer een statement, zeker als je het bovenstaande in ogenschouw neemt en het ziet als een ode aan het mens-zijn. Wat eveneens voor deze lezing pleit is het glorieuze, zelfs heldhaftige derde deel, het ‘Allegro’. Mooi is het einde van dit deel, pizzicato gespeeld, waarna het orkest het ‘Allegro – Presto’ in zet. Dit deel heeft een stormachtig tempo, onderbroken door korte momenten waarin we even op adem kunnen komen en eindigt met een grootse finale.

Agnès Clément

Het harpconcert van Henderickx valt uiteen in twee delen, waarbij het eerste deel zijn inspiratie vooral bij de zesde symfonie weghaalt en het tweede bij de vijfde. Het stuk begint met een korte frase van heftig slagwerk waarna de muziek ijl en ietwat onbestemd een aanvang neemt. Eerst via de blazers, dan via de strijkers. De harp gaat in dit deel de dialoog aan met de overige instrumenten, bijvoorbeeld met de hoorn en verderop met de trompet. Dat de zesde hier als inspiratie diende is overduidelijk en Henderickx toont hier – en dat past wel bij zijn oeuvre – vooral zijn interesse in de kleur van de klank. Als het stuk lijkt uit te doven, schakelen we over naar een pittig allegro waarin het ritme een grote rol speelt. De harp klinkt hier opvallend stevig en krachtig en Henderickx schrijft een grote variatie aan speeltechnieken voor waar Clément uitstekend raad mee weet. Opvallend in dit deel is ook het gebruik van niet westerse muziek, een andere constante in Henderickx’ werk.