Georg Friedrich Haas – In Vain / Iannis Xenakis – Kraanerg (Concert Recensie)

Salzlager, Kokerei Zollverein, Essen (Ruhrtriiiennale) – 14 september 2019

Foto’s: Ursula Kaufmann

Gisteren toch maar even op en neer gereden naar Essen, want waar in Nederland kun je dit meemaken: Klangforum Wien dat, onder leiding van Sylvain Cambreling, voor de pauze het 70 minuten durende ‘In Vain’ van Georg Friedrich Haas speelt en na de pauze het 75 minuten durende ‘Kraanerg’ van Iannis Xenakis? En dat alles voor een volle zaal met diep geconcentreerde luisteraars.  Bij onze oosterburen, tijdens de Ruhrtriennale, kan dit nog. Gelukkig wel.

Het zelden uitgevoerde ‘Kraanerg’ klonk in Nederland voor het laatst in 2011, tijdens een programma gewijd aan de muziek van Xenakis, als onderdeel van het Holland Festival, in een uitvoering door Asko|Schönberg. ‘In Vain’ is een stuk populairder. Ik beleefde het stuk zelf reeds twee keer, de eerste uitvoering was door Insomnio, de tweede door datzelfde Klangforum Wien. Aan die blogs heb ik weinig meer toe te voegen, behalve dan dat het een indrukwekkend werk blijft, hoe vaak je het ook hoort. En ja, de geweldige akoestiek van het Salzlager maakt de ervaring nog een stuk intenser.

Leden van Klangforum Wien tijdens de uitvoering van ‘In Vain’.

‘Kraanerg’ kwam hier niet eerder aan bod, dus geven we dat stuk maar eens de ruimte. Zo harmonieus stromend en meeslepend als ‘In Vain’ klinkt, zo disruptief, schokkend en verwarrend klinkt ‘Kraanerg’ De titel is een samentrekking van de Griekse stamwoorden kraan (κρααν) en erg (εργ), wat vrij vertaald staat voor voltooide actie. Hij zei er ooit over dat de titel refereerde aan de “current youth movements” van eind jaren ’60, het stuk dateert uit 1969 en zijn visie geeft op de “biological struggle between generations unfurling all over the planet, destroying existing political, social, urban, scientific, artistic, and ideological frameworks on a scale never before attempted by humanity.”

Iannis Xenakis

Xenakis schreef het aanvankelijk als ballet, maar als dat er niet bij zit, en dat is vaak het geval, mis je niets. Het stuk heeft aan zichzelf meer dan genoeg. Het zeer heftige intro zet daarbij direct de toon, een storm van geluid waar pregnant de piccolo doorheen priemt. Dan valt het ensemble stil en horen we elektronica, een procedé dat Xenakis door het gehele stuk heen zal herhalen: momenten waarop het ensemble speelt, worden afgewisseld met momenten waarin we de elektronica horen. Die ensemble momenten zijn het meest bijzonder. Allereerst door de bezetting van louter strijkers en blazers, met binnen die blazers ruim baan voor twee instrumenten die we zelden horen, de contrabasklarinet en de contrafagot en die vaak bijzondere combinaties aangaan met de piccolo. Ten tweede door de grote variëteit aan speeltechnieken die hier wordt gehanteerd, met name door de strijkers en waarmee prachtige klankpatronen worden gecreëerd. Die passages van het ensemble zijn het meest heftig, snijden door de ziel en zetten de wereld letterlijk op zijn kop. Terwijl de elektronica zich kenmerkt door een duistere, soms zelfs angstaanjagende onderstroom. Muziek die in een horrorfilm niet zou misstaan.

Mooi is dit stuk niet, daarvoor is het veel te verontrustend en te ontregelend. Indrukwekkend echter wel en Xenakis betoont zich hier een ware meester in het integreren van klanken tot een abstract schilderij, zoals we dat kennen van de materieschilderkunst. Het zit vol expressie, onverwachte wendingen, dynamische contrasten, erupties van klanken en zeer effectieve momenten van stiltes. Een ervaring die je niet licht vergeet en weer eens laat horen wat een bijzonder componist Xenakis was.