Krzystof Penderecki – St. Luke Passion (CD Recensie)

De stap van Einojuhani Rautavaara naar Kryzstof Penderecki is wellicht niet zo’n hele grote. Beiden behoren tot de belangrijkste componisten van de tweede helft van de twintigste eeuw – Penderecki ontviel ons nog maar zeer recent – beiden ondervonden de machtswellust van de Russen en beiden schreven een groots religieus werk, de aanleiding om ze hier in een tweeluik bij elkaar te brengen. BIS Records zette niet alleen Rautavaara’s ‘Vigilia’ op de plaat maar kwam onlangs ook met Penderecki’s ‘Passio et mors Domini nostri Iesu Christi secundum Lucam’ op de proppen, of wel zijn Lukaspassie.

Naast deze overeenkomsten, zijn er vooral heel veel verschillen. Schreef Rautavaara een zeer sober werk voor de Orthodoxe kerk, we horen louter een kamerkoor en twee solisten, Penderecki pakt voor zijn in het Latijn geschreven Lukas passie veel grootser uit met een orkest, twee koren en vier solisten, iets dat wel past bij het Katholicisme. Het stuk was overigens ook een opdrachtwerk, nu van de dom van Münster die in 1966 700 jaar bestond. Het stuk begon daarna aan een wereldwijde zegetocht met meer dan 100 uitvoeringen en zette Penderecki op de kaart. Maar het grootste verschil zit natuurlijk in de muziek.

Direct bij de opening, de hymne waarin het kruis wordt bezongen horen we dat dit een veel dramatischer stuk is dan ‘Vigilia’ van Rautavaara. De dynamische contrasten van het koor en de slagen van de pauken die de zang op een aantal momenten doorkruisen verlenen er direct spanning aan. Ook de aria die erop volgt en waarin Christus, een mooie rol van de bariton Lucas Meachum, zijn lot beklaagt, staat stijf van het drama. Zeker als het koor, het Kraków Philharmonic Choir er in alle heftigheid bij komt. Maar ook het orkest, een prachtig spelend Orchestre Symphonique de Montreál onder leiding van meester Kent Nagano, laat regelmatig en vaak totaal onverwacht van zich horen. Bijvoorbeeld met angstaanjagende golven van klank bij de aankondiging van Judas’ verraad.

Krzystof Penderecki. Foto: Encyclopedia Britannica.

Een passie behoort een verhaal te vertellen, simultaan aan het Bijbelboek waar het zich op baseert, in dit geval het Evangelie van Lukas. Dat doet Penderecki op bijzondere wijze. Zo zit er bijzonder veel expressie in de wijze van zingen, lopend van spreken naar bijzonder heftige zang. Een mooi voorbeeld is het moment waarop Jezus voor de hogepriester wordt gebracht, wat Pendericki verklankt middels een wervelstorm vanuit het orkest en het koor. Direct daarna volgt een zeer ingetogen klaagzang over Jeruzalem, een groter contrast is nauwelijks denkbaar. Als Christus dan voor Pilatus verschijnt loopt de spanning weer op. En hoe de componist hier het koor in zet om de stem van het volk te verklanken is fenomenaal. De rillingen lopen je over de rug.

Een hoogtepunt is het ‘Passacaglia’ waarin het volk dat zijn redder doodt wordt beklaagd. De wijze waarop Penderecki hier de stemmen van het koor en het orkest samenvoegt tot een waar klankbouwwerk is groots. En wederom bouwt hij de spanning op tot deze bij de kruisiging tot ontlading komt. Bijzonder is ook de aria waarin de sopraan, een mooie rol van Sarah Wegener, het kruis bezingt. Aansluitend bezingt het koor met grote intensiteit a capella het leed dat Christus werd aangedaan, om vervolgens een geheel andere toon aan te slaan als het wederom het volk verklankt, angstaanjagend heftig. Van grote intensiteit is het ‘Stabat Mater’, het verdriet van Maria om haar overleden zoon. En dan is daar het einde, de dood. We horen de solisten eendrachtig, geflankeerd door het koor en het orkest in de ‘Finale’ van dit grootste werk.