Peter Keppy – Tales Of Souteast Asia’s Jazz Age (Boek Recensie)
Ga voor de recensie naar Draai om je oren.
Ga voor de recensie naar Draai om je oren.
Onlangs verlengde Peter De Caluwe zijn baan als directeur van de Brusselse Muntschouwburg met een derde termijn van zes jaar. Dat hij nog bruist van energie om dit prachtige operatheater te leiden, blijkt ook uit het onlangs verschenen ‘Opera – Passie en Controverse’, verschenen bij Lannoo, waarin de journalist Stéphane Renard De Caluwe bevraagt op zijn passie, de opera en de plek ervan in dit tijdsgewricht.
Eerder dit jaar vierde Louis Andriessen zijn tachtigste verjaardag. Naast veel muziek, met als hoogtepunt het festival in het Muziekgebouw aan ’t IJ, waarover we ook in deze kolommen uitgebreid berichtten, verscheen er bij uitgeverij Lecturis een zeer interessant Engelstalig boek onder redactie van de componiste en publiciste Rose Dodd met als toepasselijke titel ‘Writing to Louis Andriessen – Commentaries on life in music’, daarmee refererend aan zijn opera ‘Writing to Vermeer’. Natuurlijk Engelstalig, want Andriessens verdiensten voor de hedendaagse gecomponeerde muziek worden in het buitenland, Amerika voorop, wellicht nog wel meer gewaardeerd dan hier.
In 1988 werd Pierre Audi als artistiek directeur benoemd bij de Nationale Opera, een carrière die dertig jaar zou duren. Vorig jaar verruilde Audi Amsterdam voor Aix-en-Provence om daar het jaarlijkse Festival International d’Art Lyrique te gaan leiden. In die dertig jaar heeft de Nationale Opera zijn plek aan de top veroverd, waarbij de rol van Audi moeilijk overschat kan worden. Om stil te staan bij het vertrek bracht Amsterdam University Press een mooi boekje uit met lezingen over het fenomeen opera. Vier van Audi, één van Peter Sellars en één van Heiner Goebbels en liet Reinbert de Leeuw terugkijken op de persoon Audi.
Reeds gedurende 250 jaar is het strijkkwartet een zeer geliefde bezetting om voor te componeren. Sterker nog, het kwartet lijkt alleen maar populairder te worden, zowel onder componisten als uitvoerenden. Het uitmuntende overzicht dat musicoloog en componist Leo Samama schreef en dat vorig jaar, onder de titel ‘Het Strijkkwartet’ uitkwam bij Amsterdam University Press is dan ook niet meer dan welkom. Vele uren lezen en luisteren moet hij achter zich hebben liggen voor hij deze geschiedenis van tegen de 400 bladzijden aan ons kon overhandigen. Nu is het onze beurt.
Het boek ‘Francis Poulenc en de wereld van Paul Éluard’ kwam eind 2017 uit, maar is zo bijzonder dat we er hier toch nog aandacht aan geven. Want een mooiere vorm, dan die Et’cetera Records en Amsterdam University Press eraan hebben gegeven, is moeilijk denkbaar. Bij zowel Éluard als Poulenc bereikten de kustuitingen schilderkunst, poëzie en muziek een prachtige synthese die hier volledig tot zijn recht komt.
Musicologe Thea Derks schreef met ‘Een os op het dak’ – geen idee hoe ze aan deze bijzondere titel kwam – een leuk en handzaam boekje, nog geen honderd bladzijden, over hedendaagse gecomponeerde muziek. Haar doelgroep is de geïnteresseerde liefhebber die geen zin of tijd heeft voor dikke standaardwerken maar de muziekstukken die hij hoort wel in een kader wil kunnen plaatsen. In deze opzet is zij zeker geslaagd. Het boekje leest lekker weg en Derks valt de lezer niet lastig met een overvloed aan technische termen en plaatjes met noten.
Jan Mul is inmiddels niet meer zo’n bekende naam, dat was echter in zijn tijd, hij overleed in 1971, geheel anders. Hij was allereerst actief als componist, van zowel religieuze als wereldlijke muziek. Net als Albert de Klerk waar we onlangs nog over spraken, kreeg ook Mul orgelles van Hendrik Andriessen. Naast als componist was Mul echter ook actief in allerlei besturen, zoals dat van Uitgeverij Donemus en als muziekjournalist bij De Volkskrant, een behoorlijk lange tijd, van 1945 tot 1970. In die tijd schreef hij ongeveer 3.000 stukken die hij als knipsels bewaarde in een plakboek. De musicoloog Ian Borthwick vond dit plakboek terug in 2011 en stelde op basis hiervan het boek ‘Jan Mul – Een kwarteeuw muziekrecensies‘ samen, dat verscheen bij uitgeverij De Toorts.
‘Vrouw aan de piano‘. Door de ondertitel wordt direct duidelijk waar dit boek over gaat: ‘Een jaar met Fanny Mendelssohn, Clara Schumann en andere vergeten componistes.’ Hard nodig zo’n boek, want wees eerlijk; hoeveel vrouwelijke componisten kunt u zo uit het blote hoofd opnoemen? Ja mannen genoeg, maar vrouwen? De in Antwerpen woonachtige Veerle Janssens breekt een lans voor hen in dit zeer leesbare en ook persoonlijke boek dat onlangs bij de Vlaamse uitgeverij Vrijdag verscheen.
Jos Kessels is filosoof en heeft zich de afgelopen jaren gespecialiseerd in het zogenoemde Socratisch gesprek. Een methode die hij ook toepast in zijn werk binnen organisaties. Een belangrijk gegeven is daarbij voor Kessels het streven naar harmonie. In zijn laatste boek, dat verscheen bij uitgeverij Boom, ‘Socrates, maak muziek!’ vormt dat gegeven dan ook het uitgangspunt. Want, zo is Kessels stelling, muziek staat gelijk aan het zoeken naar harmonie. Dat op die stelling echter wel het één en ander is af te dingen, blijkt al snel bij het lezen van dit boek.