Kalevi Aho – Sieidi / Symphony No. 5 (CD Recensie)

De Finse componist Kalevi Aho is wellicht wel het meest bekend door zijn voorliefde voor soloconcerten, regelmatig ook voor instrumenten die er in dit genre nogal eens bekaaid vanaf komen. Zo schreef hij niet alleen een pianoconcert, maar ook een fagotconcert, een trompetconcert, een tromboneconcert en zelfs een paukenconcert. Stukken waarover ook ik mij in de diverse recensies enthousiast betoonde. BIS, zijn vaste platenmaatschappij, voegde er aan deze reeks onlangs weer één toe: ‘Sieidi’, Aho’s concert voor solo percussie en orkest en combineerde dit met een opname van de vijfde symfonie. Beide zijn al wat oudere stukken, maar verschenen tot nu toe bij BIS niet op Cd’

Zo stamt ‘Sieidi’ uit 2010. Het werd in 2012 in première gebracht door de bekende slagwerker Colin Curie, die we ook op dit album horen en is sindsdien al zo’n tachtig keer over de gehele wereld uitgevoerd. Speelde Currie toen met het London Philharmonic Orchestra, onder leiding van Osmo Vänskä, op dit album horen we hem met het Lahti Symphony Orchestra dat onder leiding staat van Dima Slobodeniouk. De titel van het concert ontleende Aho aan de Sámi, het nomadische volk dat woont in het noorden van Scandinavië en het buurland Rusland. Een woord dat verwijst naar een heilige plaats. Aho over zijn keuze voor deze titel, waarbij hij natuurlijk wist dat het stuk in de metropool Londen in première zou gaan: “I wanted to remind the audience that there are many endangered cultural minorities around the world and Sieidi thus also speaks for them.”

Kalevi Aho. Foto: Ghadi Boustani/Fennica Gehrman

Het is de reden dat Aho zich hier niet beperkt tot westers slagwerk, maar ook gebruik van djembé’s, daar zelfs mee begint en de uit de Arabische cultuur afkomstige darbuka. Op een zeer natuurlijke wijze verweeft Aho deze voor ons exotische klanken met die van het vaak opvallend klassiek klinkende orkest tot een opwindend en zeer dynamisch geheel. Het maakt dit concert tot een zeer attractief stuk, wat zeker de vele uitvoeringen tot dusver verklaard. Het gaat in feite om een doorlopend stuk, verdeeld in acht fases. Bijzonder is het zeer intieme tweede deel, met name vanwege de dialoog tussen de marimba en het orkest en de klankkleur die ons onmiskenbaar aan die van de Franse muziek uit het begin van de vorige eeuw doet denken. Een al even boeiende dialoog vinden we in het vierde deel, maar dan wel met beduidend meer dramatiek.

Aho componeerde inmiddels ook al een behoorlijk aantal symfonieën, de teller staat momenteel op zeventien. De eerste dateert van 1969, de laatste voltooide hij in 2017. Ze zijn voor een groot deel bij BIS al lang verkrijgbaar op Cd, met als grote uitzondering die vijfde, die Aho half jaren ’70 schreef. Bijzonder, zeker als we bedenken dat Aho het zelf een sleutelwerk noemt. Waarom het zo lang heeft moeten duren, wordt in het boekje nergens duidelijk, maar belangrijker is dat deze omissie hier nu wel wordt goed gemaakt en wel middels een meer dan voortreffelijke uitvoering. Bijzonder aan deze symfonie is dat het orkest regelmatig in twee delen wordt gesplitst, ieder met een eigen dirigent – we horen hier ook Jaan Ots – die ieder een ander stuk spelen, zie het laatste deel voor het mooiste voorbeeld van waar dit toe leidt. Het geeft een extra laag van spanning aan deze toch al bijzonder complexe symfonie.