Martin Iddon – Naiads / John Lely – Meander Selection (CD Recensie)

Dezer dagen staan we stil bij het Engelse ensemble Apartment House en dus bij Another Timbre. Allison Cameron, Jürg Frey en John Cage kwamen gisteren en eergisteren aan bod, vandaag is het de beurt aan twee Britse componisten. Van Martin Iddon speelt Apartment House zijn uit vijf delen bestaande ‘Naiads’ en van John Lely horen we, onder de titel ‘Meander Selection’ zeven stukken uit het laatste decennium.

De Naiaden waren in de Griekse mythologie de zoetwater nimfen. Te verdelen in vijf categorieën: Crinaeae (fonteinen), Eleionomae (moerassen), imnaden (meren), Pegaeae (bronnen) en Potamiden (rivieren). En zie hier de vijf delen van Iddon’s compositie. Zij dienden Iddon ter inspiratie, wat niet wil zeggen dat we hier mee programmatische muziek krijgen. Iddon zelf: “In composing, I don’t really think in programmatic, or even figurative, terms. The pieces aren’t intended somehow bluntly to represent those mythical figures though I do think of music as necessarily representative of something, even if it’s more nebulous or much harder to pin down in words or image. I suppose that’s one good reason to try to capture it musically in the first place.” Sterker nog, er was in eerste instantie niet eens sprake van een cyclus.

Per onderdeel varieert Iddon met de bezetting. Zo speelt in ‘Crinaeae’ percussie een grote rol, de mooie heldere klank van een vibrafoon, terwijl deze in ‘Pegaeae’ volledig ontbreekt. Dat maakt dat juist in dit deel de tegenstelling tussen aan de ene kant de heldere klanken van piano en percussie en aan de andere kant de klankwolken van viool, cello, fluit en basklarinet optimaal tot uiting komt. In ‘Pegaeae’ voor viool, altviool en cello overheerst de micro-tonaliteit wat een boeiende spanning oplevert. ‘Limnades’ heeft de beperkte bezetting van cello, piano en vibrafoon waar Iddon een verhoudingsgewijs afwisselend deel mee vorm geeft, met redelijk veel afwisseling in de klankuitingen. Opvallend is dat in ‘Postameides’, met dezelfde bezetting als in ‘Crinaeae, van de daar genoemde tegenstelling in klankwerelden totaal geen sprake is, hier loopt het allemaal veel meer door elkaar. Bijzonder is tot slot de zeer ingetogen en abstracte klanken in ‘Eleionomae’, inderdaad moerassig.

Zoals gezegd bevat ‘Meander Selection’ zeven stukken van John Lely, gecomponeerd tussen 2012 en 2020, waarvan de meeste voor strijkkwartet. Te beginnen met ‘Doubles’ en ‘Kanaugh Quartet’. En direct bij dat eerste stuk horen we iets dat al die stukken in wezen kenmerkt: het klinkt bijzonder toegankelijk,  innemend en ja, alsof je het allemaal al eens eerder hebt gehoord. Iets dat ook wordt opgemerkt door Anton Lukoszevieze, cellist en artistiek leider van het ensemble: “The harmonic worlds sound familiar, yet redolent of some hidden, subliminal place.” En ook dat laatste voel je terug in deze uiterst harmonische en tegelijkertijd bijzonder opwindende klankwereld, vooral in dat repetitieve ‘Kanaugh Quartet’. Wat in deze stukken ook opvalt en eigenlijk nog het meest in ‘Meander Section’ en ‘Stopping at the Sheer Edge Will Never Abolish Space’ is de invloed van folk op Lely’s muziek, mooi tot uiting komend in zowel het werken met melodie als met ritme. Prachtig zijn tot slot de twee stukken voor piano, gespeeld door Mark Knoop: ‘Nocturne’ en ‘For Philip’, beiden met een meeslepende ritmiek.

Van beide albums zijn stukken te beluisteren via Bandcamp. De albums zijn daar ook te koop.