Les Espaces Électroacoustiques III (CD Recensie)

Ruim twee jaar geleden besprak ik hier het tweede deel van het bij Col Legno verschenen ‘Les Espaces Électroacoustiques’. Samen met het in 2016 uitgekomen eerste deel vormde dit een tweeluik met hoogtepunten uit de eerste periode van de elektroakoestische muziek, waarbij componisten aan bod kwamen als Luigi Nono, Luciano Berio, Gotttfried Michael Koenig en Karlheinz Stockhausen. Vorig jaar verscheen een derde deel met aandacht voor de periode daarna. Het oudste stuk dateert uit 1986, het meest recente uit 2016. Wat gebleven is, is dat de stukken werden opgenomen in 5.1 surround aan het Institute for Computer Music and Surround Technology (ICST) in Zürich,

We beginnen met het oudste stuk, ‘Flute Control’ van Thomas Kessler en met Matthias Ziegler op fluit en computer. Beide instrumenten gaan hier een boeiende dialoog met elkaar aan. De afgelopen jaar overleden Kaija Saariaho is te horen met het uit 1991 daterende ‘Nuits, adieux’, een stuk voor een vocaal kwartet en elektronica. We horen het Ensemble SoloVoices met teksten van Jacques Roubaud en Honoré de Balzac, aangevuld met geluiden die diezelfde zang flink ontregelen. Een bijzonder boeiende compositie. Horacio Vaggione maakt net als Kessler in zijn uit 2016 stammende ‘Shifting Mirrors’ gebruik van een blaasinstrument. In dit geval een altsaxofoon, in handen van Joan Jordi Oliver Arcos. Alleen bepaalt de elektronica hier veel sterker de klank van het stuk, de altsaxofoon is amper herkenbaar. Maar boeiend klinkt dit bijzonder dynamische stuk zonder meer. Een jaar eerder maakte Hans Tutschku ‘Pressure-devided’ voor cello en elektronica. Een spannend stuk, waarin vooral de ongenaakbare klank van de cello, hier bespeeld door Martina Schucan, opvalt, naast de grote dynamische contrasten binnen dit stuk. De eerste Cd eindigt met ‘Ein Schattenspiel’ van Georg Friedrich Haas uit 2004. Hier wordt de piano, bespeeld door Dominykas Girčius, aangevuld met een echo, een kwarttoon hoger, als een schaduw, vandaar die titel.

De studio waar de opnames voor dit album werden gemaakt. Foto: website ICST

De tweede Cd opent met ‘Sottovoce’ uit 1995, een stuk van José Manuel López López, voor vocaal kwartet, we horen ook hier het uit Bazel afkomstige Ensemble SoloVoices en elektronica. Naast de gezongen delen horen we hier ook een band, deels eveneens bestaande uit gezongen teksten, deels uit elektronische geluiden. Het geheel vormt een betoverende eenheid. Marco Stroppa maakt in het 2005 gecomponeerde ‘…of silence’ weer gebruik van een altsaxofoon in combinatie met elektronica, we horen hier dus wederom Arcos. Hier is de saxofoon overigens wel volledig herkenbaar, als onderdeel van een krachtig, maar tegelijkertijd bijzonder subtiel klanklandschap. Bernhard Lang schreef zijn ‘Differenz / Wiederholung 6a’ in 2002 voor een elektrische altviool of een elektrische viool en een loop generator. Voor deze opname, met Dimitrios Polisoidis, is gekozen voor een altviool. En ook hier is sprake van een mooi stemmige compositie, waarin de klank van de elektrische altviool optimaal tot uiting komt. Tot slot klinkt ‘Das Blaue von Himmel’ een onderdeel van de werkgroep Instrumente und ElektroAkustisch Ortsbezogene Verdichtung, een compositie uit eind jaren ’90 van Peter Ablinger, die hier ook gisteren voorbij kwam. Ook dit is een stuk voor cello en elektronica en wederom horen we Schucan op cello. Het is een wat vreemd stuk, waarin het geluid van de cello en de met elektronica voortgebrachte noise een alleszins geslaagde verbintenis aangaan.