Net als gisteren besteed ik ook vandaag aandacht aan de muziek van Jürg Frey. Bij Another Timbre verscheen een opname, door Apartment House, van zijn ‘String Trio’, gecomponeerd in 2017/18 en herzien in 2022 en bij Insub verscheen onder de titel ‘Circular Music’ een album met bijzondere versies van het tweede deel uit de cyclus ‘Circular Music’ en het eerste en tweede deel uit ‘Extended Cicurlar Music’. De stukken worden uitgevoerd door een octet, bestaande uit musici die we vaker bij dit Zwitserse label aantreffen.
Vandaag en morgen staat hier de muziek van de Zwitserse componist Jürg Frey centraal, eveneens een representant van het hedendaags minimalisme. Hier drie Cd’s, met op iedere Cd één compositie. Eerst aandacht voor pianiste Keiko Shichijo die op fortepiano het in 2021 gecomponeerde ‘Les Signes Passages’ speelt, dat hier eerder voorbij kwam vanwege de live-uitvoering tijdens November Music 2022. Verder aandacht voor ‘Continuité, fragilité, résonance’ uit hetzelfde jaar, vertolkt door het strijkkwartet Quatuor Bozzini, samen met het saxofoonkwartet Konus Quartet en voor Freys vierde strijkkwartet, waarin we eveneens Quatuor Bozzini horen. De eerste twee albums verschenen bij Elsewhere, het vierde strijkkwartet bracht het kwartet in zijn eigen serie Cd’s uit.
Gisteren kwam hier het Echonance Festival ter sprake, eind volgende week in het Orgelpark. Eén van de componisten waarvan werk te horen zal zijn is Catherine Lamb. Zonder meer één van de meest boeiende componisten van dit moment en iemand die in alles dat hedendaagse minimalisme vertegenwoordigt, tredend in de voetstappen van componisten als John Cage en Morton Feldman. Bij Another Timbre verschenen in kort tijd twee Cd’s met werk van haar. ‘Parallaxis forma’ is geheel gewijd aan haar muziek, terwijl ‘Translucent Harmonies’ een stuk van haar combineert met een stuk van de voor mij tot nu toe onbekende Zweedse componist Kristofer Svensson.
Eind volgende week, 2 en 3 februari, vindt in het Amsterdamse Orgelpark de tweede editie plaats van het Echonance Festival. Veel van de muziek die tijdens dit festival te horen zal zijn, is te scharen onder de noemer hedendaags minimalisme, zoals bekend van labels als Wandelweiser, Another Timbre, Insub en Elsewhere. Muziek die ook op deze blog veelvuldig voorbij komt. Eén componist is van groot belang geweest voor de ontwikkeling van deze stroming en dat is Morton Feldman. Another Timbre bracht onlangs één van zijn langere stukken uit op twee CD’s, het ruim twee uur durende ‘Violin and String Quartet’, gespeeld door vijf leden van Apartment House.
Julius Eastman was zonder meer één van de markantste componisten binnen de stroming die we vaak aanduiden als ‘minimalisme’. Eenzaam en zonder vaste verblijfplaats overleed hij in 1990 in een ziekenhuis in Buffalo, een bijzonder oeuvre achterlatend dat zeker de laatste jaren steeds meer aan populariteit wint. En terecht, zoals u ook al eerder op deze blog hebt kunnen lezen. Afgelopen vrijdag en zaterdag maakte het S.E.M. Ensemble dat weer eens duidelijk. Het in 1970 geformeerde collectief, door, onder andere componist en fluitist Petr Kotik en Eastman zelf. Naast componist was Eastman in die jaren vooral actief als vocalist, zo is hij ook te horen op de eerste albums van Meredith Monk. Naast dat ik stilsta bij dit unieke concert, besteed ik hier aandacht aan weer een nieuwe uitgave van Eastmans ‘Femenine’, nu uitgevoerd door het Talea Ensemble en The Harlem Chamber Players en uitgebracht door Kairos Records. Eerder besprak ik reeds de uitvoeringen door Ensemble O, door Apartment House, beiden op Cd en door het Doelen Ensemble, een concert tijdens November Music 2021.
Binnen de elektronische muziek hebben vrouwelijke componisten lang niet de aandacht gekregen die ze verdienden. Dat was zo binnen de experimentele muziek, maar wellicht nog wel meer binnen de hedendaags gecomponeerde muziek. Gelukkig zijn er uitzonderingen waarvan ik er vandaag twee hier de revue laat passeren, aan de hand van nieuwe albums, verschenen bij Room40. Op ‘UFO Forrest +’ vinden we vier composities van Beatriz Ferreyra, terwijl ‘Glass World’ een heruitgave is van het in 1970 verschenen debuutalbum van Annea Lockwood, van wie overigens het nodige te horen zal zijn op het komende Rewire Festival.
Ruim twee jaar geleden besprak ik hier het tweede deel van het bij Col Legno verschenen ‘Les Espaces Électroacoustiques’. Samen met het in 2016 uitgekomen eerste deel vormde dit een tweeluik met hoogtepunten uit de eerste periode van de elektroakoestische muziek, waarbij componisten aan bod kwamen als Luigi Nono, Luciano Berio, Gotttfried Michael Koenig en Karlheinz Stockhausen. Vorig jaar verscheen een derde deel met aandacht voor de periode daarna. Het oudste stuk dateert uit 1986, het meest recente uit 2016. Wat gebleven is, is dat de stukken werden opgenomen in 5.1 surround aan het Institute for Computer Music and Surround Technology (ICST) in Zürich,
Werner Dafeldecker, die de afgelopen dagen hier al eerder voorbij kwam, ken ik primair van het befaamde kwartet Polwechsel. In 1993 opgericht door Dafeldecker, cellist Michael Moser, trombonist Radu Malfatti en gitarist Burkhard Stangl. Inmiddels zijn we dertig jaar verder en is de bezetting in de loop van de tijd wel wat gewijzigd, maar zowel Dafeldecker als Moser zijn er altijd onderdeel van gebleven. De huidige bezetting, met de percussionisten Martin Brandlmayr en Burkhard Beins, gaat dit jaar alweer het vijftiende jaar in. Maar er was vorig jaar dus ook reden voor een feestje! En dat werd gevierd met een, bij het Luxemburgse NI VU NI CONNU verschenen, uit vier LP’s bestaande box, getiteld ‘Embrace’ waarin de kwaliteiten van dit unieke kwartet prachtig tot uiting komen. En dus is er zowel ruimte voor vrije improvisatie als voor hedendaags gecomponeerd, vaak binnen één compositie, iets waar dit kwartet zonder meer in uitblinkt.
Eergisteren stond ik stil bij ‘Tropic of Capricorn’ dat Lawrence English maakte met Werner Dafeldecker. De eerste leverde de veldopnames, de tweede verwerkte deze tot de gelijknamige compositie. Vandaag meer van Dafeldecker in de rol van componist. Allereerst is er ‘Neural’, met daarop het titelstuk voor de bijzonder combinatie van twee cello’s (we horen Nicholas Bussmann en Judith Hamann) en twee contrabassen (bespeeld door Jon Heilbron en Dafeldecker zelf) en ‘TAPE 231’ waarin we Lucio Capece horen op basklarinet, Wolfgang Seidl op gongs en Dafeldecker op elektronica. In ‘Der Krater’ is het Valerio Tricoli die zich over de elektronica ontfermt, terwijl we Dafeldecker ook hier op de contrabas horen. Beide albums verschenen bij Lawrence English’ label Room40.
Binnen het genre van de meer subtiele elektronica is de uit Australië afkomstige Lawrence English inmiddels niet meer weg te denken. Al bijna twintig jaar maakt hij de meest mooie albums, deels op zijn eigen label Room40, dat inmiddels geldt als één van de meest vooraanstaande labels in dit genre. Samen met bassist en componist Werner Dafeldecker maakte hij onlangs voor Hallow Ground het album ‘Tropic of Capricorn’, waar English de veldopnames voor leverde, terwijl Dafeldecker deze bewerkte. Het is hun tweede album samen. Een soortgelijk procedé kent ‘The Shell That Speaks The Sea’ dat English maakte met David Toop en dat werd uitgebracht op Room40. Alleen zijn de rollen hier wat meer gelijk verdeeld.